woensdag 26 februari 2014

Luang Namtha’s morning market

Run into some crazy stuff on your stroll through the morning market



Visiting Luang Namtha’s morning market is one of the best ways to get a glimpse of Lao local life. People from Luang Namtha and nearby villages come here to buy their fruits and vegetables, new clothes or tools like machetes. People from villages near the jungle come here as well to sell jungle meat and edible plants that they’ve foraged from the jungle.

If you go to the market by bicycle or motorbike, you can park your vehicle in the ‘parking lot’, near the main entrance, for a mere one thousand kip. Directly behind the parking lot, you will find Lao women sitting on little stools next to a mat on which they’ve displayed their produce. Bananas, spring onion, coriander, cabbages and other local vegetables, fruits and herbs are for sale here. And don’t forget to have a look at the local delicacies, like these fried silk worms!


When you enter the covered section of the market, you will immediately pick up the fragrance of numerous different spices. Stroll along the stalls to find dried noodles and cooking oils next to the spices. Here you will find a lot of small containers filled with all sorts of seasoning, like fish or chilli paste. And what would be a better way to kill time if it’s not busy than watching soaps?


Those with strong stomachs can continue walking on the far side of the market there they will find the meat section of the market. Intestines, buffalo skin and even pigs’ faces can be found here. The sales women keep themselves busy shooing away the flies with plastic bags attached to the end of thin bamboo sticks.


A little bit further down are basins with live fresh water fish. Other live animals for sale here include chicken and duck. Local people choose the fittest, or the fattest, chickens and ducks for their dinners.


In the back, by the huge sacks of rice, are minority people, who have come from out of town to sell their edible plants and leaves that they’ve foraged from the jungle. And next them, the seamstresses are sitting at their sowing machines to repair clothes.




Getting hungry from all of this shopping? By now you will have reached the stalls with local dishes. Treat yourself to a noodle soup, some freshly prepared jungle food or fried bananas. You can also try a typical Asian dessert: fluorescent coloured jellies served in a plastic bag with sweet coconut milk.

If you happen to have have run out of toiletries, go and have a look at the tiny shops at the right. Here you can stock up on toothpaste, shampoo and soap.

Do you want to get yourself a souvenir other than the bracelets the Akha-ladies sell on Luang Namtha’s streets? At Luang Namtha’s day market you can get yourself handicrafts made from rattan, like tiny boxes to serve sticky rice in or a handmade wooden mortar and pestle.



But of course you can also treat yourself to a freshly brewed bottle of Lao Lao, the local rice whiskey that Laos is famous for.

Looking for something a little more crazy or funny? Go inside the market on the right and get lost between all the Chinese clothing and shoe shops. It won’t take long for you to find all kinds of hilarious T-shirts and flip-flops.

Deze blog verscheen eerder op www.luangnamthaguide.com

Zakken vullen


Eind november, de tijd lijkt in Luang Namtha even stil te staan. Verlaten straten, het is rustig op de markt en zelfs de Beer Lao-winkels lijken nauwelijks klandizie te trekken. Maar als je slechts vijf minuten het stadje uit fietst, wordt duidelijk waarom. Hier in de rijstvelden is de rust ver te zoeken: het is oogsttijd.

Hele families treden aan om te helpen bij het oogsten van de rijst, geen paar handen kan gemist worden bij dit belangrijke jaarlijkse werk. Volwassenen sjouwen rond met grote balen rijst om ze op één plek bij elkaar te brengen, kinderen klimmen de rijstberg op om de top te bedekken met plastic als bescherming tegen een mogelijke verlate regenbui.

Wekenlang heeft de bevolking niets anders aan zijn hoofd dan rijst. Als alle rijst eenmaal geoogst is en op balen bij elkaar gebracht, moet het kaf van het koren gescheiden worden. Rijkere families gebruiken een dorsmachine, andere slaan de rijstkorrels er met de hand uit. De rijsthalmen worden tegen een soort rooster geslagen, zodat de korrels op het daaronder klaargelegde zeil vallen. Als die klus geklaard is, worden de zakken gevuld. Zakken vol rijst worden van het land naar de weg gebracht. Per scooter, of per pick-up, gaan de zakken van de weg naar de keukens.

Maar niet overal gaat het zo. De verschillende etnische minderheden hebben allemaal hun eigen methoden. Waar de ene familie de korrels al op het land scheidt, neemt de andere hele halmen mee om in het dorp het sorteerwerk te doen.

Welke manier dan ook, langzaamaan veranderen de helgroene oceanen van rijstvelden in dorre vlaktes. En nu, nu het gedaan is met de oogst, staat de vallei in brand en sieren niet de halmen, maar rookpluimen de oranjeroze lucht bij zonsondergang. De dorpen kijken toe hoe de as hun land in trekt en wachten tot de grond weer vruchtbaar genoeg is voor de volgende oceaan van groen.

Deze column verscheen eerder op www.aziatischetijger.nl

maandag 18 november 2013

Little busy bees

At Forest Retreat our Lao staff are always buzzing around: doing the dishes, clearing the dust off of the furniture, sweeping and - most of all - mopping the floor. Every spare minute, you’ll find one of the girls mopping the floor with hot soapy water.

Of course, it has been us westerners who have taught the girls to keep everything nice and clean. Hygiene is something that most Lao people have never heard of. Therefore, mopping the floor is a good thing. But sometimes the girls get a bit too enthusiastic…

Little Noi is probably the most fanatic of them all. Even if one of the other girls mopped the floor just five minutes ago, Noi is getting ready to do it once more. And while mopping, she is talking as if her life depends on it. Unfortunately I cannot yet tell what she is saying, but considering the volume of her speech, it must be a story of great importance.

And don’t you dare to disturb her in her cleaning activities! If one of us needs to go in the direction where she has just been mopping the floor, she will interrupt her story and just yell: ‘Stop! Stop cip nathi!’ So, you cannot move for ten minutes, until the floor is dry again. If you do try, Noi will try to make you sit down for nung suomong, one hour…

So far, so good. The girls obviously got the principle of hygiene and are trying their best to keep the standards up. But when it gets busy, it can get a little dangerous, since wet tiles can be very slippery. So at those times, Noi will have to be stopped by us. ‘Noi, Stop! Please stop mopping the floor! Stop for nung suomong!’

Deze blog verscheen eerder op www.forestretreatlaos.com

Verhuizen Lao Style


Waar wonen in Laos van tijd tot tijd wat irritaties kan opleveren, is verhuizen pas echt een uitdaging. Vind in Luang Namtha ten eerste maar eens een huis dat in de buurt komt van Westerse begrippen, en zorg ten tweede maar eens dat het ook daadwerkelijk bewoonbaar wordt.

De twee Kiwi’s die het ecotoerismebureau runnen waar ik vrijwilligerswerk verricht, kijken er na bijna drie jaar al niet eens meer van op. Gaten in muren en plafonds, kapotte elektra, provisorische reparaties aan van alles en nog wat: voor Laotianen de normaalste zaak van de wereld.

Maar dit keer was het anders! Dit keer hadden de Kiwi’s voor hun vrijwilligers een parel van een nieuw falang house gevonden. Twee etages met vier ruime slaapkamers, twee badkamers, een grote woonkamer met mooie hoge plafonds, twee balkons en ook nog eens een grote tuin. Het enige wat er aan gebeuren moest, was het vervangen van de hurktoiletten door zitvarianten en het installeren van warme douches. Geen probleem, boh pen yang! Zo gemakkelijk kon het natuurlijk nooit zijn. Het eerste probleem waar wij als falang tegenaan liepen, was het Laotiaanse tijdsbesef. Terwijl het ene huis verlaten moest worden om plaats te maken voor andere mensen, waren de Chinese bewoners het nieuwe huis nog niet uit. Conclusie: een nachtje hotel.

De volgende dag zouden de bewoners het huis leeghalen, zodat wij er aan het eind van de middag in konden trekken. In tegenstelling tot wat hier gebruikelijk is, namen de bewoners alle meubels mee. Zelfs het aangebouwde schuurtje werd tot de grond afgebroken en – wat hier dan weer wel gebruikelijk is – werd met het verbranden van afval een deel van het gazon verwoest. De rest van de rommel, grote stukken hout en beton, kon wel blijven liggen. Eenmaal aangekomen in het lege huis, vielen ons de schelmen van de ogen. Zonder meubilair bleek het huis toch niet in zo’n goede staat als aanvankelijk leek. De muren konden wel een likje verf gebruiken, de gaten in plafonds mochten wel dichtgemaakt worden en de horren tegen de muggen waren aan vervanging toe. De toiletten en douches waren inmiddels al geïnstalleerd, dus de schade bleef beperkt. Conclusie: nog één nachtje hotel.

De volgende middag werd het eindelijk tijd om in te trekken. De mooie wandeling door de rijstvelden en jungle van die ochtend was door een vreselijke stortbui verfrissender verlopen dan verwacht, maar godzijdank was de warme douche beneden al in werking. De Laotiaanse manier van schoonmaken liet nog wat te wensen over, maar dankzij mijn reiservaring in Afrika en Azië zette ik me daar zo overheen en sprong onder de douche. Slechts dertig seconden kon ik mezelf opwarmen onder de warme straal, want de elektra in het huis kon het niet aan om zowel de lampen als de douche van stroom te voorzien. Knal, stop door. Slechts gekleed in een handdoek stapte ik de douche uit om de schakelaar van de stop om te draaien. Poging twee: weer kreeg ik maar een halve minuut. Met de junglemodder nog op mijn benen, zocht ik in mijn backpack – ik zou immers pas die middag gaan uitpakken – naar droge kleding. Ik belde de Kiwi’s, die op hun beurt hun Latioaanse zakenpartner belden, die op zijn beurt de Chinese huiseigenaresse belde, om te zeggen dat de stroom niet naar behoren werkte. Boh pen yang, morgenochtend zou dat het eerste zijn wat gemaakt zou worden. Conclusie: nog een nachtje hotel.

Ja hoor! De douche bleef dit keer warm én het licht bleef aan. Met een emmer warm water begon ik aan de schoonmaak die de bewoners hadden verzaakt te doen. Toen alles er spic en span bij lag, kon ik zelf de warme douche testen. En dat ging goed. Het enige wat nu nog moest gebeuren, was het installeren van een watertank op het dak. De badkamer van de bovenste verdieping was zowaar voorzien van een warme douche, ware het niet dat er niet genoeg druk was om het water ook boven te krijgen. Een enorme wateropslagtank op het dakterras moest dit euvel verhelpen. En hop, daar was de reddende loodgieter. Ik maakte het bed op in de net schoongemaakte slaapkamer en verliet het huis om wat te gaan eten.

De eerste nacht in het nieuwe huis, altijd spannend. Ik parkeerde mijn fiets en liep naar binnen. Op mijn slippers, een enorme plas water in. Het water kletterde met liters tegelijk naar beneden, dwars door het plafond heen. Ik rende naar de badkamer boven, waar het water uit een geknapte pijp kwam. De kraan dichtdraaien had geen zin, de pijp bleek niet op die kraan aangesloten. Maar waar kon je in vredesnaam het water afsluiten in een Laotiaans huis? En kon dat überhaupt wel? In paniek belde ik de Kiwi’s, die op hun beurt hun Laotioaanse zakenpartner belden, die op zijn beurt de Chinese huiseigenaresse belde om te zeggen dat het huis blank stond. Boh pen yang, inmiddels was de gehele watertoevoer afgesloten, morgenochtend zouden ze het wel komen maken. Conclusie: nóg één nachtje hotel

Wordt vervolgd…

Deze column verscheen eerder op www.aziatischetijger.nl

woensdag 23 oktober 2013

Some cheesy road trip

Shopping for cheese by bus, boat and a ton of tuktuks

Serving high quality western food in a remote town like Luang Namtha is quite a challenge. How do you make pizza if you can’t buy real cheese in town? And how do you serve Italian pasta’s when you can only find rice noodles at the market? And then I haven’t even mentioned meats like ham and bacon... Stuff you can’t find for miles and miles.

But that’s where the cheese run comes in! It takes only four busses, twelve tuktuk rides and two boat trips to bring cheese to Luang Namtha. No problem, boh pen yang!

At 7.30 in the morning the tuktuk was waiting for us to do our first cheese run. It brought us – and our empty bag – to the Luang Namtha bus station, about ten kilometres out of town. There the bus to Huay Xai was waiting for us, already full of local people who were ready to leave. Quickly, we bought a bottle of water (we had already brought our takeaway sandwich from the shop) and tried to conquer a seat on the bus. We managed to get the last two seats on the bus, preventing us having to sit on tiny plastic chairs in the aisle.

Four hours later we arrived in Huay Xai. There we needed to get on another tuktuk to take us to the border. After getting a departure stamp in our passports, we were ready to cross the Mekong: the natural border between Laos and Thailand. It only takes a few minutes to get across. After the immigration formalities, we were ready for the third tuktuk ride on the cheese run. It took us to the Chiang Khong bus station where we caught the bus to Chiang Rai.

Three hours later we arrived at Chiang Rai’s bus station. Tuktuk number four awaited us to take us to our hotel. After this nine hour trip, we figured we deserved a Singha beer and went into town.

Early morning the next day it was time to actually go cheese hunting. Fully equipped with a shopping list, a floor map sketch of Makro, a Makro customer card and thousands of Thai Baht we took the fifth tuktuk of this trip to this huge wholesale supermarket. Entering the sliding doors made us feel as if we were sucked into this black hole that brought us back to ‘civilisation’. Television sets, hundreds of different flavours of crisps, biodegradable plastic bags and even frozen pizza.

But there was no time to contemplate that! It was cheese we needed! We took a big size shopping cart and drove it all around this massive supermarket. Since we were carefully instructed, we knew we had to find empty boxes first. The washing powder aisle would be the best place to find them, but the Makro-employees had it blocked to get new supplies from the upper shelves with a forklift. Luckily, the next aisle they were unpacking boxes of toothpaste and shower gel. We snatched the boxes out of the employees hands, hurled the remaining toothpaste out of the box and took them to the cheese aisle.

In this cheese heaven we loaded kilos of cheddar and mozzarella into the empty boxes until they nearly fell apart. Done! That cheese run wasn’t as hard as we thought. But wait, there was a shopping list, it wasn’t only about the cheese. Somewhere at the bottom of what I thought was my empty bag, I found the shopping list. Pasta, olive oil, caramel dip, plastic containers, switchboard electrical plugs…

OMG, where to find all that in this enormous consumer’s Valhalla?

But wait, there was the sketch of the floor map as well! We were saved, now we were able to find all the ingredients we needed to bring to Luang Namtha. We raced through the aisles, adding everything we needed to the cheesy boxes. With a shopping cart full of western ingredients we went to the cashier. It took two of them to get everything out of the boxes, scan the bar codes and put it all back again. With a smile I handed them the Makro customer card and the money.

Our tuktuk driver was fortunately waiting for us outside. All the boxes, there were seven of them, in the tuktuk and back to the hotel. The friendly staff at the hotel let us use their fridge, so that our cheese wouldn’t go to waste! But this was not the end of the journey. Makro may have nearly everything you need, but it doesn’t have capers. Therefore we had to make another trip to Chiang Rai’s shopping mall to find Tops Market. And there we found capers, imported to Thailand all the way from the Mediterranean.

Now we finally had everything we needed, the next day we could return to Luang Namtha with an easy mind.

However, it wasn’t as easy as that. Loaded with seven heavy boxes full of cheese and pasta, we had to go on tuktuk ride number nine. Once arrived at the bus station, all the boxes had to get on the vehicle. The row of seats at the far end of the bus ended up being full of boxes. And - since I got myself one in Chiang Rai - also a bicycle. Luckily the bus wasn’t too crowded, so we made it to Chiang Kong without any troubles.

In Chiang Kong we loaded all the boxes on to yet another tuktuk. But the tuktuks in Chiang Kong were a lot smaller than the ones in Chiang Rai. All the boxes fitted on to it, and one person. But hey, it’s only a few kilometres to the border, I will just bike there! When I arrived at the border, all the boxes were already loaded off the tuktuk. After getting the immigration formalities done one more time, we had to get all the boxes to the river and onto a long tail boat. We hired a motorbike carrier to help us get the boxes down the riverbank and into the boat. Bicycle on top of it all, no problem!

On the Lao side of the river we found a porter with a carriage to help us get all the boxes up the steep hill. And guess what, we needed another tuktuk to the bus station. Loading all the boxes on and off and on the bus again. Since it was already five in the afternoon, we ended up being on a sleeper bus. Dozing away, dreaming about cheese and cycling, we arrived at Luang Namtha around nine in the evening. Now we were only one more tuktuk ride away from Forest Retreat Laos! Twenty minutes later the Lao staff was waiting for us, arms wide open, to help us load off the boxes one more time.

And what would be a better way to end the cheese run with a delightful cheesy pizza and a Lao beer!

This blog was written for Forest Retreat Laos' website, where I volunteer.

donderdag 10 oktober 2013

Totally Tubesday #2: who needs the jungle?



Luang Namtha, 1 oktober 2013

Een vrije dag: tijd om de omgeving te verkennen. Deze week niet per binnenband op de rivier, maar per fiets en hiking boots. Zo’n drie kilometer buiten Luang Namtha ligt het kleine dorpje Nam Dy. En dit dorpje herbergt de Nam Dy Waterfall. Geen al te indrukwekkend natuurgeweld, maar aangenaam voor een middagwandeling.

Voor slechts duizend KIP parkeer je je fiets bij de ‘ingang’ van het natuurgebied. Voor nog eens tweeduizend kip mag je doorlopen. Een schattig klein paadje, bevolkt door kleurige vlinders, leidt naar de top van de waterval waar je uitzicht hebt op het valleitje. Een ander paadje leidt de andere kant op omhoog: hier hebben ze schommels neergezet om nog iets van een vullend programma te bieden. Dus na een klein uurtje hadden we die hele waterval wel gezien.

Terug omlaag, terug naar de fietsenstalling. Of wacht, bij de uitgang leidt nog een ander pad omhoog. Of nee, het is geen pad, het is gewoon een weg. De modderige weg omhoog zit vol met bandensporen, er moet daarboven nog een dorpje zijn. In het ‘souvenirwinkeltje’ (lees: een winkeltje met drankjes en chips) kochten we nog een fles water. Tijd om verder te hiken.

Al gauw blijkt dat de weg steiler is dan gedacht, maar gelukkig had ik voor vertrek mijn bergschoenen verkozen boven slippers. Maar hoe erg kan het zijn, als locals zo per scooter omhoog scheuren? Toch liep ik na iedere paar stappen uit te hijgen: iedere keer als ik ga hiken word ik eraan herinnerd hoe erg die inspanning verschilt van andere sporten. Of ligt het aan het feit dat ik hier niet drie keer per week in de sportschool bivakkeer? Bovendien, de Laotianen leren al vanaf hun zesde of zevende scooter rijden, geen wonder dat ze als gemotoriseerde slangen moeiteloos omhoog glibberen.

De klim wordt, eenmaal boven, uiteraard beloond met een prachtig landschap. Rijstvelden met kleine hutjes, slingerende weggetjes ertussendoor, jammer genoeg ook enorme rubberplantages, maar gelukkig ook veel jungle in de verte! Rijst in de valleien werd afgewisseld met rubberbomen op de heuvels en allerlei soorten bomen op de top van de berg. Het besef dat je nu toch echt in een compleet ander land woont, begint eindelijk te komen.

Verder voert de wandeling. Langs rijst, bananenbomen en zelfs katoen. Na een tijdje splitst het weggetje zich: verder omhoog via de linkerkant, of rechts omlaag? Het wordt links. De rijstvelden maken plaats voor rubberplantages. Zo lang we nog jungle zien op de bergtoppen, negeren we de ernst van de situatie. Totdat we een enorm gat in de grond zien, met daarin een groot stuk plastic zeil. Eromheen liggen kleine, lege plastic zakjes. Chinese letters prijken op de verpakking. Het kan niet anders dan dat hier landbouwgif gemengd wordt.

De tocht gaat verder met een dubbel gevoel. Natuurlijk gebruiken ze landbouwgif, het zou naïef zijn om te denken dat het niet zo is. Een Laotiaanse familie die besluit rubber op zijn grond te planten, kan het zich immers niet veroorloven dat de bomen stuk gaan. Het duurt immers jaren voordat zo’n rubberboom gegroeid is en daadwerkelijk rubber geeft. Jaren, vele jaren, waarin de rubberprijs sterk kan dalen.

Desondanks is het een mooie route: het pad is ideaal om te mountainbiken of te wandelen. We gaan dan ook verder tot we niet meer kunnen: het pad loopt ten einde en we keren om als we worden opgeslokt door een rubberplantage. Terwijl de zon bijna achter de bergtoppen verdwijnt, volgen we dezelfde weg terug naar de fietsenstalling.

De terugweg naar Luang Namtha geeft een kijkje in het dagelijks leven van de dorpsbewoners in de regio: tegen het eind van de middag, na het heetst van de dag, komt de samenleving weer tot leven. Drie mannen zitten rondom een fiets, die ze op z’n kop hebben gezet. Een brengt de trapper in beweging om het wiel draaiende te houden, de ander houdt een maiskolf tegen het draaiende fietswiel om de korrels er snel af te krijgen, de derde kijkt toe hoe de maiskorrels op een stuk plastic op de grond belanden.

Ondertussen nemen de vrouwen uit het dorp een douche aan de rand van de weg. Uit de berg steekt een stukje pvc-buis waar water uit stroomt. Een natuurlijk stroompje bergwater wordt gekanaliseerd door de buis en verwordt tot een soort douche waar de dorpsbewoners zich kunnen wassen: vrouwen in sarongs, mannen in hun ondergoed en kinderen in hun naakte onschuld.

Snel terug naar Luang Namtha om de dag met een Beer Lao (of wat) af te sluiten.

donderdag 3 oktober 2013

De ‘making of’ van De mensen achter het Sophia

Een paar weken geleden was het zover: een teaser van mijn boek over ‘de mensen achter het Sophia Kinderziekenhuis’ kon online. Nadat ik goedkeuring had gekregen van de drie Sophia-medewerkers die in deze teaser beland waren, maakte ik een account aan op TenPages.com. Ik vulde alle gegevens in, maakte een eigen cover en uploadde tien pagina’s uit het manuscript: de zoektocht naar aandeelhouders kon beginnen.

De aanloop naar het project had echter wat meer voeten in de aarde. Omdat het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam dit jaar maar liefst honderdvijftig jaar bestaat, vonden we bij Metro dat we hier iets speciaals mee moesten doen voor de Rotterdamse editie. Mijn collega opperde om iets met de medewerkers te doen. Zo kwam ik op het idee voor een portretserie van een x aantal medewerkers. Niet alleen zou ik hen vragen naar hoe hun werkdag eruitziet, maar ook naar hun drijfveren en een klein inkijkje in hun privéleven. Want wat doet een kinderarts nou eigenlijk om thuis te ontspannen? En wat zijn hun mooiste herinneringen aan hun werk of aan patiëntjes?

Samen met de persvoorlichter kwam ik op een lijst van negen mensen die uitstekend in deze serie zouden passen. Gelukkig waren ze alle negen enthousiast over het idee en waren ze bereid tijd vrij te maken om mij en de fotograaf te ontvangen. Ik plande de afspraken in en werd zo langzamerhand kind aan huis in het Sophia. Maar dat gaf wel een dubbel gevoel: honderden kinderen en ouders waren hier ook kind aan huis, maar zij kwamen niet om leuke gesprekken te voeren. Zij kwamen hier omdat ze ziek waren, sommige kinderen konden na een controle weer naar huis, andere moesten geopereerd of opgenomen worden. Hoe houd je dat werk vol?

Gelukkig kwam ik er al na het eerste gesprek achter dat het lang niet alleen maar kommer en kwel is in het Sophia Kinderziekenhuis. Allesbehalve! Niet alleen worden er kinderen genezen, ook wordt er een heleboel onderzoek gedaan om ervoor te zorgen dat ziektes in de toekomst beter behandeld kunnen worden, of misschien zelfs wel helemaal voorkomen. En waar de onderzoeken of behandelingen nog niet zover zijn en kinderen toch een ellendige tijd in het ziekenhuis moeten liggen, proberen de medewerkers er alles aan te doen om toch een glimlach op de gezichten van de kinderen te toveren.

En als je de verhalen van deze negen bijzondere mensen hoort, dan begrijp je hoe ze het vol houden. De kinderen geven hen energie om voor de volle honderd procent aan het werk te gaan. Sterker nog, ze geven genoeg energie om nog een tandje bij te zetten ook!

Koop aandelen op TenPages.com!