vrijdag 9 augustus 2013

Op zoek naar de zeekoe



Dinsdag 6 augustus 2013


Koh Libong, het eiland van de dudong. Het enige Thaise eiland dat is omringd door zulke grote weiden van zeegras, dat het hele kuddes zeekoeien kan herbergen. Geen plek ter wereld die zo bekend staat om het snorkelen tussen deze enorme zoogdieren. Geen betere plek waar je met eigen ogen kan zien hoe de zeekoeien genieten van hun grasmaaltijd.

Geen wonder dat ik drie vluchten, twee lange taxiritten en een boottocht over had voor een bezoek aan het leefgebied van de dudong. Zelfs keiharde moessonregens konden me niet weerhouden van een bezoek aan het kleine Islamitische eiland in de Andaman-zee, langs de kust van Zuid-Thailand.

Op Koh Libong staat alles in het teken van de zeekoe: resorts worden naar hen vernoemd, dudong-uitkijkposten worden gevonden op puntige bergtoppen en toeristen worden vrolijk langs dit alles rondgeleid. Tuktuk-driver Sí bracht me, ondanks de aanhoudende regen, met aanstekelijk enthousiasme naar het Libong Dudong Beach Resort. Een resort met deze naam, waar een zeekoestandbeeld prijkt bij het naambord, kon toch niets dan goeds beloven. Na een bord fried rice zou de lucht vast opklaren om me de wondere wereld van de zeekoe te openbaren.

Maar de moesson hield geen rekening met de wens om tussen de zeekoeien te zwemmen, alsof je net als hen zou grazen over het zeegras. De tropische buien hielden in wisselende kracht aan. De harde regen en de stevige wind maakten het zeewater troebel, wat het zien van de zeekoe onmogelijk maakte. Er restte niets dan de dag doorbrengen met een boek onder een afdak, hopend op beter weer.


Woensdag 7 augustus 2013

Geen boot zou uitvaren die dag. De harde wind maakte de golven hoger dan de Thai gewend zijn en het troebele water kreeg door de stortregen geen kans om weer helder te worden. ‘Look dugongs today?’, vroeg de gastvrouw verbaasd toen ik haar wederom bestookte met de hoop de zeekoe te zien. ‘No, no possible.’

Somber droop ik af naar onze tafel. Er moest op dit eiland, dat er nota bene om bekend staat, toch wel iemand te vinden zijn om een echte zeekoe te laten zien. Tuktuk-driver Sí kon vast wel een tour over het eiland geven en een handje helpen bij m’n zoektocht naar de zeekoe.

Hij bracht me naar een grot in de bergen. Eenmaal omhoog geklommen naar de top, keek je zo uit over de zee en zou er ongetwijfeld zo nu en dan een zeekoe naar lucht komen happen. Twee dagen eerder had hij er nog vier gezien. Vol vertrouwen beklom ik op slippers – wist ik veel dat er een berggrot beklommen moest worden – over de glibberige stenen omhoog. De vleermuizen vlogen me om de oren, koude druppels vielen in mijn nek.

Uitgeput bereikten we het uitkijkpunt. De kortste aanblik van een zeekoe zou deze klim al hebben goedgemaakt. Sí ging er goed voor zitten, op een smalle richel langs de berg, om over de zee uit te kunnen kijken. Maar het zeewater was wederom te troebel, de door de wind veroorzaakte golven stuwden het zand omhoog en hulden de zeekoeien in een mist van modder.

Vergeefs bleek de zoektocht naar de zeekoe. Ik verliet het Libong Dudong Beach Resort met de belofte er eens terug te keren. Later zou ik nog eens gaan zoeken naar de zeekoe, nu ging ik op zoek naar de zon.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten