maandag 30 januari 2012

Compensatietempels



Myanmar, Mount Popa, 17 januari 2012

Met busladingen vol trekken ze door het land: Franse en Duitse 55-plussers. Op een zogenoemde culturele reis, vermoed ik. Franse en Duitse 55-plussers die, voordat het te laat is, nog wat willen meekrijgen van ‘die andere cultuur’, de oosterse. En waar in de OriĆ«nt is de bevolking authentieker dan in Myanmar?
Hier vind je de echte Aziaat, dankzij het militaire regime zo min mogelijk aangetast door westerse waarden als democratie en vrijheid van meningsuiting. En evenzo min mogelijk aangetast door westerse verdorvenheden als fast food en hang naar geld. Nee. Hier draait het allemaal om karma, om in het volgende boeddhistische leven niet terug te hoeven keren als rat of vrouw, maar als man. Liever niet als knecht, maar als meester. Daar doe je het voor.
En als je dan toch eens te veel hebt gedronken of overspel hebt gepleegd, maak je het goed door bloemen en frisdrank te offeren aan Boeddha. Terwijl heersers die zich hebben schuldig gemaakt aan corruptie of machtsmisbruik, gewoon een nieuwe tempel ter compensatie neerzetten.
‘Ko Po Kyin,’ she said, ‘you have done very much evil in your life.’
U Po Kyin waved his hand. ‘What does it matter? My pagodas will atone for everything. There is plenty of time.’ (George Orwell, Burmese Days)

Dat verklaart het grote aantal tempels in ‘the golden country’: de een nog groter dan de ander, de een bedekt met goudverf, de ander wordt ieder jaar opnieuw verguld. Ook lijkt er een wedstrijd gaande wie het grootste Boeddhabeeld kan bouwen. De voorbeelden zijn talloos.

Neem Bago, een nietszeggend plaatsje ten noordoosten van Yangon. Meer dan een straat is het niet, maar het aantal tempels en Boeddha’s per hoofd van de bevolking overstijgt het aantal tulpen op een Nederlander. De trots van Bago is de Shwethalyaung Boeddha, een beeld van een liggende Boeddha van maar liefst 55 meter lang en 16 meter hoog, alleen de pink is al zo’n drie meter lang. Het is de tweede grootste Boeddha ter wereld. Het verhaal gaat, volgens de eenzame reisbijbel, dat de nare koning Mgadeikpa het gebied met harde hand regeerde. Toen zijn zoon op een dag uit jagen ging, werd hij verliefd op een Boeddhistisch Mon-meisje, terwijl hijzelf andere goden vereerde. Het stel trouwde en de jongen beloofde zijn bruid dat ze Boeddhistisch kon blijven. Zijn vader, de koning, was het daar natuurlijk niet mee eens en veroordeelde het stel tot de doodstraf. Het meisje bad ten overstaan van het godenbeeld van de koning, waarop het brak en uit elkaar viel. De doodsbange koning zorgde dat al zijn onderdanen zich bekeerden tot het Boeddhisme en liet de enorme Shwethalyaung bouwen.

Niet alleen de grootste en de goudste tempels bouwen is goed voor het Boeddhistisch karma, ook tempels op de meest onmogelijk plaatsen lijkt eraan bij te dragen. Zo huizen monniken in duistere grotten en is er geen puntig bergtopje zonder stoepa. Mount Popa is zo’n onmogelijke berg waar alsnog een tempel op gebouwd is. Een rotsige hyperbool te midden van een groene vallei, een steile trap die langs de rotsen omhoog kronkelt om bovenaan te eindigen in het heiligdom. Gewapend met bloemenkransen en zakjes nootjes beginnen Franse en Duitse 55-plussers aan hun toeristische pelgrimstocht. Met kleine zakjes nootjes krampachtig in hun hand trotseren ze de apen die de trapgangen terroriseren. Ver komen de toeristen niet: voordat ze de eerste trappen hebben beklommen hangen apen aan rokken en grissen ze nootjes uit handen en tassen. Vlug worden de bloemenkransjes voor apenvingers weggeborgen, om straks bovenaan middels een bloemenoffer en schietgebedje zichzelf te behoeden voor een volgend leven als brutale aap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten